-
1 in bewaring geven
deponé, depositáDicionário Português-Holandês e Holandês-Português > in bewaring geven
-
2 dépôt
dépôt [deepoo]〈m.〉2 (het) deponeren ⇒ indiening 〈 van stukken〉 ⇒ storting 〈 van geld〉 ⇒ deponering 〈 van een handelsmerk〉 ⇒ (het) in bewaring geven 〈 van bagage, kleding〉7 opslagplaats ⇒ depot, entrepot, (opslag)loods, pakhuis♦voorbeelden:dépôt de brevet • octrooiaanvragemettre qc. en dépôt • iets in bewaring geven→ banquem1) neerlegging [krans]3) indiening [stukken]4) storting [geld]5) deposito6) bijzetting [dode]7) bewaargeving [juridisch]8) borgstelling9) opslagplaats, pakhuis10) bagagedepot11) garage12) afzetting, laag -
3 consigner
consigner [kõsienjee]〈 werkwoord〉♦voorbeelden:v4) laten nablijven [school]5) consigneren, binnenhouden [leger]7) de toegang ontzeggen (tot), sluiten -
4 déposer
déposer [deepoozee]2 neerslaan ⇒ bezinksel vormen, bezinkenII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 neerzetten ⇒ neer-, afleggen, afzetten2 in bewaring geven ⇒ in depot geven, afgeven4 doen neerslaan ⇒ doen bezinken, afzetten♦voorbeelden:déposer ses hommages aux pieds de qn. • iemand zijn eerbied betuigendéposer le masque • het masker afwerpendéfense de déposer des ordures • verboden vuil te stortenmarque déposée • gedeponeerd handelsmerk→ bilan1. v1) getuigen3) neerleggen5) afzetten, uit zijn ambt ontzetten6) afnemen [gordijn, schilderij]7) aanhangig maken [politiek]2. se déposer (sur)vbezinken, neerslaan -
5 entreposer
-
6 custody
n. hechtenis, arrest; toezicht; wacht; bewaking[ kustədie]2 beheer ⇒ hoede, bewaring3 hechtenis ⇒ voorarrest, verzekerde bewaring♦voorbeelden:take someone into custody • iemand aanhoudenbe in custody • in hechtenis/voorarrest zitten -
7 safekeeping
n. verzekerde bewaring, hoedesafekeeping♦voorbeelden: -
8 Aufbewahrung
Aufbewahrung〈v.〉♦voorbeelden: -
9 lodge
n. hut; tijdelijke schuilplaats; hotel in een vakantiegebied; bureau--------v. wonen, inwonen; logeren; overnachten; slapen; voeden; prikken, geprikt worden; serveren; voorstellen; deponeren; volmachtenlodge1[ lodzj] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————lodge21 verblijven ⇒ (tijdelijk) wonen, logeren2 vast komen te zitten ⇒ blijven steken/zitten♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 onderdak geven ⇒ logeren, (tijdelijk) huisvesten2 bevatten3 plaatsen ⇒ (vast)zetten, leggen♦voorbeelden: -
10 Hand
〈v.; Hand, Hände〉♦voorbeelden:nicht in die hohle Hand! • in geen geval!eine Ausgabe letzter Hand • de meest recente uitgaveeine milde Hand haben • royaal zijndie öffentliche Hand • de regering, staatsfinanciënPolitik der starken Hand • machtspolitiek〈 informeel〉 sich 〈 3e naamval〉 die Hand für jemanden abhacken lassen • de hand voor iemand in het vuur (durven) steken(mit) Hand anlegen • (mee)helpen, assisterenjemandes Hand ausschlagen • een huwelijksaanzoek afwijzendie Hände sind mir gebunden • ik kan niets doen, ben machteloosüberall seine Hand, seine Hände im Spiel haben • overal een vinger in de pap hebbendie Hand auf der Tasche halten • gierig zijnHand an sich legen • de hand aan zichzelf slaankeine Hand rühren • geen vinger uitstekenjemandem an die Hand gehen • iemand terzijde staanjemanden an der Hand haben • iemand kennen, iemand bij de hand hebbenjemandem auf etwas die Hand geben • iemand iets plechtig belovenauf der Hand liegen • voor de hand liggenauf die (flache) Hand zahlen • schoon in 't handje gevenHand aufs Herz! • geef het maar eerlijk toe!aus freier Hand zeichnen • vrij tekenenhinter vorgehaltener Hand • in 't geheim, officieuseiner Sache in die Hand, in die Hände arbeiten • iets bevorderen, in de hand werkenin schlechte Hände geraten • in verkeerde handen komenjemandem etwas in die Hand versprechen • iemand iets plechtig belovenmit eigener Hand • eigenhandigmit leichter Hand • zonder moeite〈 figuurlijk〉 etwas mit der linken Hand machen, erledigen • iets met één hand doen, zonder enige moeite doenunter der Hand verkaufen • onder(s)hands verkopenvon Hand, mit der Hand • handmatigvon zarter Hand etwas bekommen • iets van een meisje krijgenvon der Hand in den Mund leben • van de hand in de tand levenetwas von langer Hand vorbereiten • iets lang en nauwgezet voorbereidenzu Händen (von) Herrn Müller • ter attentie van dhr. Müllerjemandem etwas zu treuen Händen übergeben • iemand iets in bewaring geven, toevertrouwen om te bewarenzur rechten Hand • aan de rechterkantjemandem zur Hand gehen • iemand (een handje) helpenzur Hand sein • bij de hand zijn〈 spreekwoord〉 besser einen Spatz in der Hand, als eine Taube auf dem Dache • één vogel in de hand is beter dan tien in de lucht; beter een half ei dan een lege dop -
11 сдать на хранение
vgener. in bewaring gevenRussisch-Nederlands Universal Dictionary > сдать на хранение
-
12 deposit
n. pand, deposito; voorschot; laag (geol.)--------v. deponeren; neerleggen; verdrievoudigendeposit1[ dippozzit] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 onderpand ⇒ waarborgsom, aanbetaling; statiegeld♦voorbeelden:3 money in/on deposit • geld à/in deposito————————deposit2〈 werkwoord〉 -
13 give something in custody (at the bank)
English-Dutch dictionary > give something in custody (at the bank)
-
14 leave something in the bank for safekeeping
leave something in the bank for safekeepingEnglish-Dutch dictionary > leave something in the bank for safekeeping
-
15 leave
n. vakantie; permissie, (het) toestaan; afwezig zijn met permissie; afscheid; weggaan--------v. uitkomen, bloeien--------v. verlaten; achterlaten; weggaan; het erbij laten zitten; ophouden; stopzetten; uitwissenleave1[ lie:v] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 toestemming ⇒ permissie, verlof2 verlof ⇒ vrij 〈in het bijzonder met betrekking tot overheid/leger〉; 〈 voornamelijk enkelvoud〉 vakantie♦voorbeelden:1 leave of absence • verlof, vakantieleave of absence without pay • onbetaald verloftake leave to • (het) wagen/de vrijheid nemen teby/with your leave • met uw permissie〈 informeel〉 without a ‘by your leave’ or a ‘with your leave’ • zo maar, ongevraagdtake (one's) leave (of someone) • (iemand) gedag/vaarwel zeggen; weggaan (bij/van iemand)→ French French/————————leave2♦voorbeelden:it's time for you to leave/time you left • het wordt tijd dat je weggaatleave one's wife • bij zijn vrouw weggaanleave for work • naar zijn werk vertrekken→ leave off leave off/1 laten liggen/staan ⇒ achterlaten, vergeten♦voorbeelden:leave about/around • laten (rond)slingerenleave for • vaarwel zeggen voor, in de steek laten voorleave (something) undone • (iets) ongedaan latenleave (something) unsaid • over iets zwijgenbe left with • (blijven) zitten met, opgescheept worden met3 leave much/a lot/something/nothing to be desired • veel/een hoop/iets/niets te wensen over latenfour from six leaves two • zes min vier is tweeleave (someone) a fortune • (iemand) een vermogen nalatenbe well left • goed verzorgd achterblijven¶ leave (someone/something) be • (iemand) met rust laten, (iets) laten rustenleave someone/something standing • beter zijn dan iemand/iets, iemand/iets in de schaduw stellenleave it at that • het er (maar) bij latenleave aside • buiten beschouwing latenleave in • op zijn plaats latenI'll leave it entirely up to you • ik laat het helemaal aan jou overleave (people) to themselves • zich niet bemoeien met (mensen)leave someone to it • iemand aan zijn lot overlaten→ leave behind leave behind/, leave on leave on/, leave out leave out/, leave over leave over/, luggage luggage/ -
16 bailor
n. in bewaring geven; borg staan -
17 garder
garder [gaardee]1 houden ⇒ aan-, be-, over-, vasthouden, bewaren, voor zich houden2 bewaken ⇒ toezicht houden op, passen op3 (blijven) houden ⇒ in een bepaalde houding blijven, blijven hebben, bewaren4 in acht nemen ⇒ nakomen, naleven♦voorbeelden:garder qn. à dîner • iemand vragen te blijven etendonner à garder • in bewaring gevengarder le lit • het bed houdengarder le pli • in de plooi blijvengarder le sourire • blijven glimlachenil gardait les yeux baissés • hij bleef naar de grond staren5 (que) Dieu m'en garde! • God beware me!♦voorbeelden:1 je m'en garderai bien! • daar kijk ik wel voor uit!il faut se garder de jugements hâtifs • men moet niet te snel oordelenv1) bewaken, toezicht houden (op)2) (aan-, be-, over-, vast) houden3) blijven houden, bewaren4) nakomen -
18 donner à garder
-
19 mettre qc. en dépôt
mettre qc. en dépôt -
20 remiser
- 1
- 2